1. Wat bepaalt de droogtijd?

De tijd die een muur nodig heeft om te drogen na het verhelpen van optrekkend vocht is geen vaste waarde. Ze hangt af van:

• Muurdikte & opbouw – dikkere, massieve muren houden meer vocht vast.
• Metselwerk & mortel – baksteen, kalkzandsteen of natuursteen reageren anders; kalkrijke mortel ademt beter.
• Zoutbelasting – zouten (nitraten, sulfaten) vertragen droging en vragen soms zoutremmend stucwerk.
• Klimaat & seizoen – temperatuur, wind en relatieve luchtvochtigheid sturen de verdamping.
• Ventilatie & verwarming – een gezond binnenklimaat versnelt het evenwichtsvocht.
• Type behandeling – de gekozen oplossing beïnvloedt het droogverloop (zie hieronder).

2. Richtwaarden per methode

Onderstaande waarden zijn indicaties. De daadwerkelijke tijd hangt af van de situatie ter plaatse en gelden dus niet als fatale termijnen.

*Na behandeling kan het oppervlak snel droger lijken, maar diep in de muur is nog vocht aanwezig. Herstel van pleister- en schilderwerk pas na stabiele metingen.

3. Hoe versnel je verantwoord?

• Ventileer dagelijks (roosters/klepraampjes) en zet na werkzaamheden minstens 2 weken extra door.
• Verwarm gelijkmatig: vermijd grote temperatuurschommelingen.
• Kies dampopen afwerking: mineraal stucwerk, silicaat- of kalkverf; vermijd vinylbehang/latex met hoge Sd-waarde.
• Gebruik ontvochtiger alleen tijdelijk en gericht (bijv. na stucwerk) – vervang filters en houd deuren deels open.
• Vermijd zoutbruggen: verwijder aangetast stucwerk tot boven de vroegere vochtlijn en pas zoutremmende mortel toe waar nodig.

4. Meetplan & monitoring

1. Basismeting voor de start (binnen, buiten en op plinthoogte).
2. Controle na 1 maand – trend is belangrijker dan een enkel getal.
3. Vervolgmetingen op 3, 6 en 12 maanden; streef naar < 15% materiaalvocht of een stabiele, dalende curve.
4. Herstel van stuc/afwerking pas na een stabiel lage waarde; overleg bij twijfel met de specialist.

Wil je zeker weten dat je goed zit? Plan een professionele vochtinspectie – je krijgt een helder rapport met meetgrafiek.

5. Veelgemaakte fouten (en hoe je ze voorkomt)

• Te snel schilderen of stukadoren – sluit vocht op → blaasvorming en zoutsla.
• Dampdichte plinten/kit – vormen een brug waardoor vochtplekken terugkeren.
• Alleen ventileren zonder de bron te verhelpen – optrekkend vocht stopt niet uit zichzelf.
• Onjuist meten – meet op meerdere hoogten en vergelijk met referentie-muren.

6. Veelgestelde vragen

Wanneer kan ik weer schilderen of stukadoren?

Wacht tot de vochtmetingen stabiel laag zijn en kies dampopen materialen. Je specialist adviseert de juiste timing voor jouw muurtype.

Ik zie nog witte zoutvlekken, is de behandeling mislukt?

Niet per se. Zoutuitbloei kan tijdens droging optreden. Verwijder het droog met een zachte borstel en plan zo nodig zoutremmend herstelstucwerk.

Werkt muurvoetventilatie echt?

De methode van muurvoetventilatie is wetenschappelijk onderbouwd. Uit onafhankelijke metingen blijkt dat het vochtgehalte geleidelijk daalt tot het evenwichtsvocht. Zie de pagina wetenschappelijk onderzoek muurvoetventilatie voor rapporten en grafieken.